

Uitgangspunt voor deze fruitschaal/bloembak of krukzitting is niet het gebruik maar de vorm.
Omdat als basis een mal is gemaakt van oude bierfusten staat het behouden van de (negatieve) vorm centraal. Maar hoe doe je dat dan? met een restje gips uit de garage gingen we aan de slag om te zien wat voor vorm er zou komen. Heel leuk zo'n gipsen model, maar heel fragiel en totaal niet bestand tegen water.
Omdat de vorm wel klopte zijn we op zoek gegaan naar een ander materiaal (en functie van deze schaalvorm die ook). Beton is waterdicht en net zo gietbaar, daarbij is het wat minder breekbaar als het eenmaal is gedroogd. Om het eindproduct wel een beetje bruikbaar te houden is lichtgewicht beton gekozen (30% lichter dan 'gewoon' beton). Mwah noem dat maar lichtgewicht: een schaal weegt ongeveer 4 kilo, de krukzitting die er ook van gemaakt is ruim 5 kilo.
Overigens blijkt betongieten enorm te lijken op het bakken van een taart: afwegen, mixen, zorgen voor de juiste viscositeit en temperatuur voor drogen. Alle fouten zijn gemaakt: te veel en te weinig water (broos of blijft nat), laten drogen bij vorst (uhm scherven brengen geluk) en uiteraard eerst water en dan mortel in de emmer (want andersom houd je een dikke laag over in de emmer...). Ik maakte er een leporello (vouwboek zonder tekst) van.
Kortom, een leuk resultaat op vorm en materiaal, maar echt bruikbaar is het eindproduct nog niet. De proto's zweven inmiddels in huis rond als sleutelbak, bloempot en gespreksonderwerp.

Reactie plaatsen
Reacties